CURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN     CURSUSSEN VOOR KINDEREN     LEZINGEN     RONDLEIDINGEN     REIZEN     SCHOOLPROJECTEN     PUBLICATIES     ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK

Archeologisch

Onderzoek

HET BAKKEN VAN FAIENCE

Het bakken van faience gebeurde in ovens bij een temperatuur tussen de 800 en 1000 °C. De ovens hadden een stookgat en waarschijnlijk een paar ventilatiegaten. Als brandstof werd wellicht hout, huisafval of mest gebruikt. Petrie deed de suggestie dat men in Memphis in de Grieks-Romeinse tijd (332 voor Christus- 395 na Christus) ook stro als brandstof gebruikt zou hebben. Dit ligt echter niet voor de hand, aangezien stro snel opbrandt, relatief duur is en er veel stro nodig is voor het bakken van faience op een dergelijke hoge temperatuur.

In de oven werden waarschijnlijk veel voorwerpen tegelijk gebakken. Het lijkt erop dat de faience-objecten in zogenaamde ‘saggars’ (grote, cylindervormige aardewerken potten) werden geplaatst om ze zo te beschermen tegen as en stof in de oven, dat mogelijk het mooie glazuur kon aantasten.

Tussen de saggars werden natte rollen klei geplaatst (de zogenaamde saggar-joiners) die moesten voorkomen dat de verschillende potten in de stapel met de bodems en de randen aan elkaar zouden smelten, waardoor het moeilijk zou zijn de faience-objecten na het bak-proces uit de beschermende saggars te halen. Bovendien gebruikte men waarschijnlijk zogenaamde ‘three-pointed stands’ in de stapel ter ondersteuning van de saggars.

Onder de voorwerpen van faience, die in de saggars werden gezet, werden kleine kegeltjes van klei geplaatst; deze moesten er voor zorgen dat de voorwerpen niet aan de bodem van de saggars bleven kleven.